|
Bij het plaatsen van nieuwe wandcontactdozen tijdens een renovatie moeten veiligheid, planning en samenwerking centraal staan. Door vroegtijdig te overleggen met een elektricien voor wandcontactdozen en de inbouw en afwerking af te stemmen met de stukadoor voor renovatie, bepaal je samen de optimale positie, leidingroutes en belasting. Door aansluitvoorwaarden te controleren en de juiste werkvolgorde aan te houden, voorkom je beschadigingen, herwerk en onveilige situaties. Benodigde materialen en gereedschappenMaterialen voor een nette en veilige installatieVoor een duurzame en nette afwerking heb je onder meer nodig:
Noteer afmetingen en aantallen vooraf. Een veelvoorkomende richtlijn is dat circa 5 wandcontactdozen op één 2,5 mm²/16 A groep mogelijk zijn, afhankelijk van het totaalvermogen. Stem dit altijd af met de elektricien voor wandcontactdozen. Overleg daarnaast met de stukadoor voor renovatie zodat inbouwdiepte en positie aansluiten op de geplande pleisterdikte en vrije ruimte. Keuze van wandcontactdozen en inbouwdozenKies inbouwdozen:
Bij meerdere wandcontactdozen in één ruimte plan je kabelroutes vooraf, zet je duidelijke markeringen op de wand en schakel je een elektricien voor wandcontactdozen in bij uitbreiding van groepen of wijzigingen in de groepenkast. Essentieel gereedschapVoor montage en controle gebruik je onder andere:
Werk bij voorkeur met geijkte meetapparatuur en houd reserve bits, boortjes en zekeringen achter de hand. Een 18 V boor met 50–60 Nm koppel en een goede gatenzaag geeft nette, ronde uitsparingen en bespaart tijd. Voorbereiding op de installatieTechnische voorbereiding en lastenberekeningVooraf bepaal je:
Controleer de muur op draagkracht, scheuren en vocht. Stem met de stukadoor voor renovatie af hoeveel pleister er wordt aangebracht, zodat de voorzijde van de inbouwdoos 2–5 mm onder de uiteindelijke pleisterlaag komt te liggen. Leg bestaande leidingen vast op een schets om hakwerk te beperken en later herstelwerk te voorkomen. Locatieplanning van de wandcontactdozenHanteer praktische richtlijnen:
Vermijd posities achter radiatoren, vaste kasten en ventilatieroosters. Overleg de exacte posities met de elektricien voor wandcontactdozen en controleer met de stukadoor voor renovatie of de indeling past bij het stucplan en eventuele plinten of koofsystemen. Veilig elektriciteit uitschakelenSpanningsloos werkenSchakel altijd de betreffende groep in de meterkast uit en label deze duidelijk. Bij twijfel over de indeling zet je de hoofdschakelaar uit. Controleer vervolgens met een spanningszoeker én multimeter of er geen 230 V meer aanwezig is tussen fase–nul en fase–aarde. Werk bij voorkeur volgens een lock-out/tag-out-principe:
Bij installaties met drie fasen moeten alle fasen worden uitgeschakeld en afzonderlijk gecontroleerd. Gebruik uitsluitend geïsoleerd gereedschap en houd onbevoegden uit de werkzone. In appartementen met gezamenlijke hoofdaansluiting stem je uitschakeling af met beheerder of technische dienst. Het aanleggen van de bekabelingBekabeling conform NEN 1010Leidingen worden zoveel mogelijk in rechte lijnen aangelegd, in sleuven of in bestaande buizen. De sponningdiepte is meestal circa 20 mm en wordt later door de stukadoor voor renovatie weer dichtgezet. Belangrijke aandachtspunten:
Zorg voor voldoende kabelslack (ca. 20 cm) in de inbouwdoos en markeer elke leiding en groep op de installatieplattegrond. Laat een elektricien voor wandcontactdozen de uiteindelijke groepsindeling en beveiliging bepalen. Installatie en fixering van kabelsPlan routes langs schachten, stijgleidingen en bestaande kokerconstructies. Schakel de installatie spanningsloos en controleer opnieuw met een spanningszoeker. Gebruik:
Test elke groep na het trekken van de kabel op continuïteit, isolatieweerstand en correcte werking van de aardlekschakelaar. Leg meetwaarden vast voor de opleverdocumentatie. Plaatsen van de wandcontactdozenHoogte, positie en inbouwdiepteIn woonruimtes wordt een standaardhoogte van circa 30 cm boven de afgewerkte vloer gehanteerd; in keukens vaak 110–120 cm voor werkbladaansluitingen. De inbouwdoos moet voldoende diepte hebben (40–50 mm) om kabels, lasklemmen en het mechanisme veilig te kunnen plaatsen. Stem met de stukadoor voor renovatie af hoeveel pleisterlaag er komt. Idealiter ligt de rand van de inbouwdoos 2–5 mm terug ten opzichte van het uiteindelijke stucniveau, zodat de afdekplaat strak aansluit zonder randjes. Montage van de inbouwdoosKies per wandtype:
Controleer met een waterpas dat de doos haaks en in lijn met andere dozen staat. Houd bij meerdere naast elkaar geplaatste wandcontactdozen een vaste onderlinge afstand aan en zorg dat er voldoende “vlees” in de wand blijft voor stevigheid. Markeer doorvoeren en geef dit door aan de stukadoor voor renovatie. Aansluiten van de bedradingGebruik voor wandcontactdozen NYM-J 3×2,5 mm²:
Strip de aders ongeveer 8–12 mm, controleer dat de mantel niet mee in de klem zit en gebruik passende lasklemmen of schroefklemmen. De groep is spanningsloos tijdens het aansluiten; spanning wordt pas teruggezet na controle door een elektricien voor wandcontactdozen. Daarna volgt een test: controle van spanning, polariteit en RCD-functie (30 mA), en eventueel een belastingstest met een aangesloten apparaat (bijvoorbeeld 1.000 W) om warm worden of slecht contact snel te signaleren. Leg per punt vast op welke groep het zit en noteer de testresultaten. Afwerking en testenAfdekramen en panelenDe definitieve afwerking gebeurt nadat het stucwerk droog is. In de meeste situaties wordt 7–14 dagen droogtijd aangehouden bij circa 20 °C en normale luchtvochtigheid. De stukadoor voor renovatie zorgt dat de wand rondom de doos vlak en strak is, waarna de elektricien voor wandcontactdozen de mechanismes monteert en de afdekramen plaatst. Houd 1–2 mm marge tussen stucoppervlak en afdekplaat voor een strak, spanningsvrij resultaat. Functionele eindtestNa montage wordt een vaste testvolgorde gevolgd:
Afwijkingen worden direct gecorrigeerd. Alle metingen en bijzonderheden komen in het testrapport, inclusief datum, groepnummer en naam van de uitvoerende elektricien. Veelvoorkomende problemen en oplossingenTypische fouten bij renovatiesVeelvoorkomende problemen zijn:
Oplossingen zijn onder andere standaard 2,5 mm² voor wandcontactdozen toepassen, voldoende doosdiepte (bij voorkeur 50 mm) voorzien en maximaal een beheersbaar aantal verbindingen per doos toestaan. Stem met de stukadoor voor renovatie af dat inbouwdozen niet dichtgesmeerd worden en vlak liggen. Veiligheidstips en best practice
Hoe plaats je nieuwe wandcontactdozen tijdens een renovatie zonder problemen?Je voorkomt problemen door te beginnen met een helder plan, tijdig overleg met een elektricien voor wandcontactdozen en afstemming met de stukadoor voor renovatie. Schakel de stroom uit, bepaal posities en hoogtes, zaag of frees de uitsparingen, installeer inbouwdozen op de juiste diepte en leg kabels volgens NEN 1010. Laat de elektricien de aansluitingen en keuring verzorgen en de stukadoor de wand strak afwerken. Pas na volledige test en goedkeuring gaat de installatie definitief onder spanning en beschik jij over veilige, netjes geïntegreerde wandcontactdozen in jouw gerenoveerde ruimte. |

Den Bosch en de strijd tegen daklekkages: tips van de vakman
Oude binnenstadspanden en het natte Brabantse klimaat zijn geen ideale combinatie. Vooral in Den Bosch kunnen daklekkages ongemerkt ontstaan en flinke schade veroorzaken. In deze blog leest u waar lekkages

